Canceling is het uitsluiten van personen vanwege hun denkbeelden. De Rijksuniversiteit Groningen is heel duidelijk dat dr. Andringa vanwege zijn denkbeelden ontslag kreeg. Het vreemde was dat de denkbeelden waar het om ging nimmer gespecificeerd zijn. Andringa maakte een video om uit te leggen waarom dat dat logisch is en dat het meer zegt over de RUG dan over hemzelf.
De New Oxford dictionary definieert ‘canceling’ als:
“het publiekelijk boycotten of intrekken van steun (aan een persoon, organisatie, etc.) vanwege het promoten van denkbeelden die als sociaal onacceptabel worden gezien”1
De advocaat van de RUG vertelde de rechter:
“Het in dienst blijven van Andringa is onbespreekbaar. Hij propageert denkbeelden die in strijd zijn met alles waar de universiteit voor staat.”
Ik werd dus gecanceld door de RUG, en in feite door de onderwijsbureaucratie. Cancelen is een uiting van walging: het gaat bij walging en cancelen om het afstand nemen ten opzichte van iets dat als toxisch wordt gezien. Mensen die je cancelen walgen van je. Hoogst onplezierig om mee te maken.
Maar wat heb ik gedaan dat de RUG onderwijsbureaucratie van me walgt en me wilde cancelen? Ik heb in 38 jaar verbondenheid aan de RUG veel positiefs opgebouwd: het meeste daarvan floreert. Er zijn ook nooit klachten over me ingediend en mijn beoordelingen en studentenvaluaties zijn immer goed geweest. De studentenvaluaties van Systems View on Life (SVL) zijn 8.7 en de evaluatie van mij als docent 9.4. Niks daarvan telde.
Wat wel telde was het vak Systems View on Life, een vak dat volgens de walgers over (nimmer gespecificeerde) komplottheorieën ging, maar dat in werkelijkheid juist over de eisen aan het Leven, wijsheid, autonomie, zelf-actualisatie en het verbeteren van je eigen wereldbeeld ging. En dit alles direct verbonden met de wetenschappelijke literatuur.
Interessant is dat de “denkbeelden die in strijd zijn met alles waar de universiteit voor staat” nimmer zijn gespecificeerd. Er is niet gespecificeerd om welke denkbeelden het ging en dus is ook niet aannemelijk gemaakt dat het om mijn denkbeelden ging.
Mogelijk gaat het niet eens over mij als persoon, maar over iets dat ik personifieer; iets waar ze zowel van walgen en als dreiging ervaren als dat het begrip van de onderwijsbureaucraten zover overstijgt dat ze het niet eens kunnen specificeren.
Hypothese
Onderwijs dat aansluit de bij onderwijsbehoeften van intellectueel vergevorderde studenten (zoals eerstejaars UCG studenten) wordt als toxisch ervaren door onderwijsbureaucraten die daarom vinden dat er een eind aan gemaakt moet worden. Het gaat met name om conflicterende (out-groep) denkbeelden die buiten het begripsbereik van onderwijsbureaucraten liggen (en daardoor niet gespecificeerd kunnen worden), deze activeren de normatieve dreiging.
Ik heb een video gemaakt die deze hypothese onderzoekt op een wijze die karakteristiek is voor Systems View of Life. De video had zo onderdeel kunnen zijn van het vak.
Wat zijn onderwijsbureaucraten?
Ik heb in 2013 een (heel leesbaar) wetenschappelijk artikel gepubliceerd over de psychologische achtergrond van bureaucratie. Een bureaucraat is iemand die strikt volgens een door een in-groep (hier de RUG) gedeelde verzameling regels werkt die de persoon niet begrijpt en ook niet kan onderbouwen of rechtvaardigen anders dan “dit is wat we doen”. Bureaucratie werkt op basis van sociale nabootsing. Het bijzondere van een bureaucratie is dat veel van wat nagebootst wordt expliciet in regels en reglementen opgenomen is. In de video wordt dit gekoppeld aan een specifiek denkniveau (LTC 3).
Management en administratie zijn niet bureaucratisch wanneer het optimaal realiseren van de doelen van de organisatie veel belangrijker is dan het stikt volgen (nabootsen) van procedures. Hiervoor zijn twee noodzakelijk voorwaarden . Eén is een gedeelde visie op het maatschappelijke doel van de organisatie. En twee een diep inzicht in de gevolgen van de eigen daden binnen de organisatie zodat men zelf bij kan dragen aan beslissingen die strikte regeluitvoering overstijgen. Dit vereist een LTC hoger dan 3.
De onderwijsbureaucraten waar ik het over heb zijn dus individuen die regels volgen die ze amper begrijpen en waarvan ze de maatschappelijke consquenties amper kunnen overzien (LTC 3)
De video start met het precies formuleren van wat de RUG over mij zegt. Ik leg even kort uit wat ik er in 38 jaar verbondenheid aan tastbare bijdragen heb opgebouwd. Dan leg ik uit dat SVL een vak is waar studenten connecties leren leggen tussen allerlei fenomenen doormiddel van een aantal onderliggende concepten die samengevat kunnen worden als “de Systemen van het Leven”. Het gaat dus echt om “The Systems View of Life”. Het vak werd zeer goed beoordeeld.
De reden daarvan is dat het vak ontwikkeld is om aan te sluiten bij het (epistemologische) niveau van de (University College Groningen, UCG)) studenten. Er bestaat een opeenvolging van zogenaamde Teaching-Learning Conceptions (LTC) waarvan niveau 3 t/m 6 relevant zijn voor universitair onderwijs. Wanneer de docent, de studenten, en de onderwijsmethode met dezelfde LTC overeenkomen krijg je correct afgestemd onderwijs.
Kenmerkend voor de LTC niveau opeenvolging is dat studenten en docenten op een bepaald niveau wel geïnteresseerd, maar nog niet competent, zijn in het volgende niveau. De daarop volgende niveaus worden (nog) niet begrepen. Dus individuen op LTC 3 zijn geïnteresseerd in LTC 4, maar snappen LTC 5 en 6 niet.
Op basis van mijn jarenlange ervaring met UCG-studenten ging ik ervan uit dat ze tussen LTC 4 & 6 zaten en dus zorgde ik ervoor dat het kenmerk van LTC 5, een interesse om met nieuwe denkbeelden in contact te komen, een grote rol speelde. Dat verklaart de zeer hoge evaluaties van SVL en vooral het positive kwalitatieve commentaar.
In een aantal stappen generaliseert de video de op onderwijs gerichte LTCs tot begripsontwikkeling in het algemeen. De verschillende begripsniveaus gaan op een verschillende en zeer duidelijke manier om met “conflicterende inzichten”.
De reden hiervoor is dat “social mimicry”, sociale nabootsing, een belangrijk strategie is om complex gedrag te leren en te reguleren. Social mimicry is belangrijk in mijn onderzoek en ik koppel het bijvoorbeeld ook aan identiteitsontwikkeling. LTC 3 stoelt sterk op sociale nabootsing om complexe, en vaak heel effectieve strategieën, te memoriseren en uniform en foutloos toe te passen.
Bij social mimicry gaat het om de vraag welk gedrag nagebootst dient te worden: dat is het gedrag van de in-groep. Je bootst het gewenste gedrag na van de in-groep waar je je mee identificeert: als onderwijsbureaucraat zijn dat de regels van de opleiding (waarbij de maatschappelijk impact van het regel-volgen buiten het begripsbereik ligt).
Bij LTC 3 kan men niet zoveel met een conflicterend inzicht omdat men weinig meer kan dan vaststellen dat het anders, en daarmee fout of “belachelijk”, is. Het met enige nauwkeurigheid beschrijven, specificeren, van het conflicterende inzicht is een onmogelijkheid bij LTC 3.
Bij LTC 4 heeft men de waarde van evidentie en onderbouwing leren inschatten waardoor men weet dat sommige (in-groep) ideeën die LTC 3 voor waar aanneemt minder goed onderbouwd zijn. Op LTC 4 niveau kan men een conflicterend inzicht wel beter inschatten, maar men doet dat in termen van het in-groep begrip, waardoor er een, zwakke, stroman variant van het conflicterende inzicht ontstaat die gemakkelijk aangevallen kan worden. De onontkoombare conclusie is daarmee: “Het klopt niet”.
Bij LTC 5 leert men het vermogen om zaken te onderbouwen toe op het eigen wereldbeeld. En dat maakt LTC 5 zeer geïnteresseerd in allerlei perspectieven die kunnen helpen om het eigen wereldbeeld te verrijken. Bij LTC 5 reageert men met interesse op het conflicterende inzicht en probeert men het conflicterende inzicht echt te begrijpen. Het gevoel van “Het klopt niet” verandert daarmee in “Ik begrijp het nog onvolledig.”
Bij LTC 6 is het vermogen om conflicterende inzichten correct waar te nemen veel verder ontwikkeld en ze worden als een nuttige verrijking gezien om het eigen wereldbeeld realistischer en consistenter te maken. Het gevoel van LTC 6 is daarmee typisch dankbaarheid.
Tussen niveau 4 en 5 treedt er “verwarring” op tussen het vermijden of juist benaderen van het “conflicterende inzicht”. SVL-studenten willen graag open zijn ten opzichte van conflicterende inzichten, maar merken binnen SVL dat dat niet altijd gemakkelijk is.
Het interessante is dat SVL als geheel ook een “conflicterend inzicht” bleek te zijn. Maar dan niet voor de studenten, maar voor de onderwijsbureaucatie. En zij reageerden in overgrote meerderheid niet op het LTC 5 niveau van de UCG-studenten, maar op LTC 3 niveau. En dat is logisch want bureaucratie is gebaseerd op sociale nabootsing van regels en voorschriften zonder dat een diep begrip van de rationaliteit achter de regels verwacht wordt. Sterker nog, improvisatie als gevolg van een diep begrip, wordt binnen een bureaucratie niet op prijs gesteld.
Het lijkt er sterk op dat SVL, met haar focus op LTC 5, niet één maar twee stappen te ver was voor de onderwijsbureaucraten en daarmee als onbegrijpelijk en “onacademisch” werd ervaren. En niet alleen dat: de nadruk op conflicterende inzichten zorgen ervoor dat UCG studenten uitgedaagd worden om zelfstandig hun opinies te vormen. Ze zorgen daarmee voor (realiteitszin en) opiniediversiteit die de wereld ingewikkeld maakt voor sociale nabootsers: wie moet je nabootsen als iedereen een andere opinie heeft? Hoe geeft een LTC 3 docent onderwijs wanneer de studenten veel meer weten over alternatieve verklaringen dan je zelf. Opiniediversiteit is een existentiële dreiging voor LTC 3.
Heel SVL, en de docent, was daarmee een normatieve dreiging geworden. Een normatieve dreiging is een doorbreking van de eenheid en gelijkheid (oneness and sameness) die sociale nabootsing nodig heeft om betrouwbaar te functioneren. Ik heb hier, notabene een paar dagen voor er een media rel rond me losbarstte, een analyse over het verschijnsel [‘mass-formation’](/analysis/Mass formation from first principles) geschreven vanuit het standpunt van een willekeurige agent (mens, dier of systeem). Het interessante is dat deze tekst een walgingsreactie beschrijft.
Uiteindelijk concludeer ik – een specifiek denkbeeld dat niet alleen aan mij toegeschreven wordt maar dat ik ook heb – dat LTC 3 denkers niet betrokken moeten zijn bij onderwijs op LTC 4, 5 en 6. De Rijksuniversiteit Groningen, heeft, net als alle universiteiten, veel denkers die veel verder ontwikkeld zijn en die een op dit moment ongebruikt reservoir zijn om de intellectuele ontwikkeling van studenten zeer te versnellen.
canceling: publicly boycott or withdraw support from (a person, organization, etc.) for promoting beliefs that are regarded as socially unacceptable (New Oxford Dictionary) ↩︎
Systems view of life is een vrij uitdagende eerstejaars college met een complex structuur. Hier wordt een en ander uitgelegd en wordt een grote hoeveelheid aan informatie erover beschikbaar gemaakt.
In de media is een veel aandacht besteed aan het college Systems View of Life en dan in het bijzonder over het feit dat er conspiracy theorieën in gedoceerd werden en dat de docent, ik dus, zijn conspiracy-ideëen aan anderen oplegde. In deze posts is heel veel materiaal over de cursus beschikbaar gemaakt zodat iedereen zelf kan bepalen waar het vak over gaat en of de claims terecht zijn.
Het vak wordt in het engels gegeven aan eerstejaars Liberal Arts and Science studenten.
Officiele verklaring van Tjeerd Andringa aangaande de media ophef rond Systems view on life. Hierin wordt ingegaan een een van de doelen van het vak: respectvol luisteren. Er wordt ook ingegaan op een aantal aantijgingen die gemaakt zijn in de pers. Nadere informatie na afronding van het onderzoek naar Systems View on Life.
Relevante links
YouTube kanaal Systems View on Life (versie 2020-2021)
Introductievideo Systems View on Life
Tjeerd Andringa. Ik ben van origine fysicus, gepromoveerd in de signaal analyse van het auditieve systeem en publiceer steeds meer over de relatie individu en omgeving. Zowel heel concreet – “hoe beschermen en verbeteren we de beleving van de geluidsomgeving” – als heel abstract – “is er een vorm van cognitie die gedeeld wordt door alles wat leeft?”. Dat laatste noem ik core cognition.
Ik heb een flinke publicatielijst in allerlei gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften. En ik ben ook boerenknecht.
Core cognition is een theorie in ontwikkeling en richt zich op vragen als:
· Hoe kan het gezamenlijke gedrag van al het leven op aarde leiden tot een steeds groeiend biosfeer?
· Welk deel van onze cognitie delen met we al het andere leven op aarde?
· Is core cognition toepasbaar op zaken als identiteitsontwikkeling, sociaal welzijn, en politieke ontwikkelen (in het bijzonder dictatuur en vrijheid).
Ik ben niet bijzonder bezig met complotten, maar ik heb complottheorieën wel eens als middel gebruikt om met studenten te discussiëren over verschillende perspectieven op dezelfde informatie. Complottheorieën komen in mijn vakken niet aan de orde. Zelfs aan de borreltafel praat ik er amper over. Ik heb wel een hobby-matige interesse in geopolitiek.
Het vak wat de pers heeft gehaald heet System View on Life. Dit vak wordt zeer goed geëvalueerd. Het is nuttig om eerst te lezen wat de studenten zelf schrijven over het vak.
Andere relevante informatie:
Het gaat over een eerstejaars Liberal Arts and Sciences vak waar studenten onderhandse nog geleerd moet worden om respectvol om te gaan met wetenschappelijke informatie.
Respectvol luisteren naar mensen die informatie delen waar je het mogelijk niet mee eens bent, is een belangrijk onderdeel van het vak. Het is dus niet de bedoeling dat je:
Het juist wel de bedoeling dat je luistert naar wat de ander over wil brengen en dat je daarop reageert.
Het gaat over respect voor de informatie: respectvol luisteren kun je alleen maar meten wanneer je luistert naar iemand waar je het niet al bij voorbaat eens mee bent. Daarom gebruik ik materiaal waarvan ik verwacht dat niet iedereen het ermee eens is.
Relevant link (in het huiswerk): Ted-talk “Meeting the Enemy”, Cassie Jaye
Wanneer ik naar diverse media luister, luister ik inmiddels respectvol: om te leren van wat men te zeggen heeft. Ik besteed vooral tijd aan bedachtzame en precies formulerende mensen die de wereld op een andere wijze bekijken dan ik.
Dat vind ik verrijkend, maar ik weet dat heel veel anderen dat verwerpelijk vinden: “je moet niet naar dat soort mensen luisteren”.
Universiteiten produceren in merendeel kennis van hoge kwaliteit. En het centrale idee van een universiteit, en van de wetenschap in het algemeen, is dat iedereen steeds voortbouwt op de al bestaande kennis.
Respectloos omgaan met bestaande wetenschappelijke kennis en een ieder die kennis met je willen delen omvat typisch:
Omgekeerd komt het respectvol omgaan met wetenschappelijke kennis neer op
In het algemeen probeer je je ook te verdiepen in de argumentatie en onderbouwing van onderzoekers die een ander perspectief het of die het niet met je eens zijn. Dat leidt tot een constructieve dialoog.
Dit is niet een gemakkelijk trucje, dat je even leert. Het kost vaak jaren het is nuttig om studenten er direct op te wijzen wanneer ze het goed en fout doen.
Kritiek leveren is doorgaans goedkoop en makkelijk: des te minder je ergens van af weet des te gemakkelijker kun je harde kritiek leveren. Je eigen onbegrip biedt immer geen bescherming tegen het produceren van onzin.
Kritisch worden op je eigen gedachten: dat is moeilijk, uitdagend en soms confronterend. Maar door kritisch te zijn op je eigen gedachten kun je zwakkere gedachten vervangen door verbeterde varianten. Wanneer dat plaatsvindt is er sprake van intellectuele groei.
Wanneer je er een gewoonte van hebt gemaakt om op deze wijze kritisch op de eigen gedachten te zijn is er sprake van een geschoolde geest die zich zelfstandig steeds verder ontwikkeld. In het vak wordt kritisch denken op deze wijze behandeld.
Studenten geven aan dat het vak ze ‘life skills’, oftewel handvatten, gereedschap, vaardigheden en technieken, heeft gegeven die zij kunnen inzetten in de rest van zowel hun persoonlijke als academische leven.
De faculteit en ik zijn er beide overeen dat ik in de huidige situatie niet gewoon les kan geven. Er is daarmee geen sprake van schorsing.
Ik ben blij dat er een onafhankelijk onderzoek komt. Er waren de afgelopen jaren regelmatig seintjes dat er iets niet goed was bij SVL. Ik begreep die seintjes niet omdat er eigenlijk geen onvertogen woord over gerept werd door studenten. [Link met reflecties]
De evaluaties van het vak en van mij als docent waren zeer positief (altijd dik boven de 8 en vaak boven de 9). Maar toch bleef er van buiten het vak vage kritiek op me af komen vanuit de Board or Examiners. Eerst over de vage eindtermen. Op basis daarvan is een verbetertraject doorlopen dat tot een rapport leidde.
In dit najaar sprak de Board of Examiners over een vermeende onveilige leeromgeving. Het was onduidelijk waar dat op gebaseerd was en ik kon er niet op acteren. Ik kon de vage klachten niet rijmen met de evaluaties en mijn student-contacten.
Ik begrijp heel goed dat er een probleem is, maar ik kan het nog niet duiden (en anderen ook niet). Ik hoop dat het onafhankelijke onderzoek hier snel uitsluitsel over geeft.
In December 2021 heeft het Faculteitsbestuur besloten om het vak dit collegejaar niet aan te bieden. Het Faculteitsbestuur had geen duidelijke aanleiding of klachten die ze met mij kon delen.
Ik was hier natuurlijk teleurgesteld onder. Maar ik was al lang op de hoogte van een soort “er is hier iets fout onderbuikgevoel” dat te maken had met het vak. Ik heb daarom ook ingestemd met het niet-aanbieden van het vak voor dit jaar.
De paradox van dit vak is dat de evaluaties zeer positief zijn en dus dat het niet gemakkelijk is om een casus te maken dat er tijdens het vak iets fout gaat.
Zo is er heel veel lof over de bijdrage aan kritisch denken, zelfontwikkeling, en dat het een typisch Liberal Arts and Science vak is. Vaak zeggen studenten dat dit het vak is waar ze het meest van hebben geleerd. Het vak is ook bijzonder populair onder studenten: ouderejaars raden het zeer aan en het kan gemakkelijk twee keer gegeven worden qua belangstelling.
Aan de andere kant bestaan er de vooralsnog vage gevoelens, die blijkbaar zo sterk zijn dat 1) het Faculteitsbestuur zich genoodzaakt zag het vak dit jaar niet aan te bieden en 2) er een landelijke controverse ontstaat rondom de docent.
Dit is een moeilijke situatie voor iedereen. Het vereist zorgvuldig handelen.
In Systems View on Life heb ik naar mijn weten geen aandacht besteed aan complottheorieën. In de Honors College cursus Critical Thinking heb ik complottheorieën gebruikt om studenten te laten zien dat er een grote diversiteit bestaat in de reactie op dezelfde informatie.
Ik heb studenten geconfronteerd met 3 zelfverzonnen “complottheorieën” van een A4-tje lang.
Ik liet eerst alleen de titel zien, waarna ze vragen over hun reactie beantwoordden. Bijvoorbeeld of het hun boos maakte of juist geïnteresseerd en of ze het plausibel vonden. Daarna kregen ze de gehele tekst te zien en weer werd er naar de reactie gevraagd. Een week later kregen ze de tekst nog eens, maar nu met links naar bronnen. Na twee uur bestudering van het bronmateriaal werd weer om de reactie gevraagd.
Bij elke “theorie” en in elke fase kwamen een breed scala aan reacties voor. Van “Dit is totale onzin en waarom moet ik hier tijd aan besteden!” tot “Heel interessant, maar het verbaasd me eigenlijk niet”.
Er was geen goede of foute reactie omdat het ging om de diversiteit van de reacties op hetzelfde materiaal. Men werd ook niet beoordeeld op hun reactie.
Uit de diversiteit kwam het volgende plaatje (niet gepubliceerd) voort dat klassikaal besproken werd:
Er was een tweedeling in het type reactie: in de binnenste ring (’building’) ging het om het zonder kritisch analyse verwerpen (links) or accepteren (rechts) van de informatie. In de buitenste ring rechts (’refinement’) was er wel sprake van een kritische analyse van de informatie in het verhaal.
Ook hier ging het dus weer over de vraag wat respectvol met de informatie omgaan is en hoe moeilijk dat wel niet is.
De issue over antisemitisme ging over de het voornemen van de Britse overheid om kritiek op de staat Israël onder de definitie van antisemitisme te laten vallen. Uiteindelijk heeft de Britse overheid daar niet voor gekozen: “However, criticism of Israel similar to that levelled against any other country cannot be regarded as anti-Semitic.” Dit was ook mijn standpunt.
Iedereen heeft recht op een eigen mening.
Ik ben echter veel meer geïnteresseerd in de onderbouwing van die mening, dan de mening zelf. Zonder onderbouwing besteed ik, vrees ik, weinig aandacht aan een mening. Een goede onderbouwing kan mijn eigen mening verbeteren. En dan ben ik dankbaar voor het verworven inzicht.
Ik weet dat er mensen zijn die op grond van iemands meningen bepalen of de persoon “bij ons” of “niet bij ons” hoort.
Ik doe dat niet.